woordpakket week 1-2-3
woordpakket week 5-6-7
woordpakket 9-10-11
werkwoordspelling week 13-14-15
woordpakket 17-18-19
werkwoordspelling week 21-22-23
woordpakket 25-26-27
werkwoordspelling week 29-30-31
woordpakket 33-34-35
of alle woordpakketten in 1 document: woordpakket totaal groep 7
WERKWOORDSPELLING
werkwoordwijzer HET SCHEMA
Oefenbladen werkwoordspelling (pas op! je wordt er slimmer van!)
Oefeningen werkwoordspelling: KLIK HIER, KLIK OOK HIER
Week 13: Tijd van toen, klankverandering
regel: Bij werkwoorden die in de tijd van toen klankverandering krijgen, pas ik toe wat ik eerder geleerd heb.
- Onderwerp: één <-> meer
- Tijd van nu: de tijd die nog niet voorbij is
- Tijd van toen: de tijd die voorbij is
- Klankverandering: persoonsvorm verandert van klank in de tijd van toen.
Voorbeeld:
Houden: Gisteren hielden ridder Robbert en ridder Arnout een wedstrijd
Worden: Hij bracht hem toch ten val. Zo werd hij kampioen
week 14: Tijd van toen, zonder klankverandering
regel: Zit de laatste letter van de ik-vorm in de tijd van in ’t fokschaap? Schrijf dan te/ten.
Maar let op bij werkwoorden op –ven en –zen! Die krijgen de/den
- Onderwerp één of meer: persoonsvorm op –de/-den of –te/-ten
- Klankverandering: persoonsvorm verandert van klank in de tijd van toen
- ’t fokschaap: hulpregel bij twijfel tussen te/ten of de/den
- Werkwoorden op –ven of –zen: altijd de/den.
Voorbeeld:
Maken: Yasmin en Abel maakten een fietstocht
Glanzen: Er zat een kikker op Abels hoofd, die glansde in het zonlicht
Willen: Ze wilden die hond kwijt zien te raken
week 15: Tijd van toen, met/zonder klankverandering
regel: Verandert de persoonsvorm in de tijd van toen van klank? Hoor je een /t/-klank aan het eind?
Maak dan het woord langer, zodat je d of t hoort
- Klankverandering: persoonsvorm verandert van klank in de tijd van toen
- Onderwerp één of meer: persoonsvorm op –de/-den of –te/-ten
- ’t fokschaap: hulpregel bij twijfel tussen te/ten of de/den
- Werkwoorden op –ven of –zen: altijd de/den
Voorbeeld:
Lopen: ik loop,hij loopt,wij lopen, ik liep, wij liepen
Pakken: ik pak, hij pakt, wij pakken, ik pakte, wij pakten
Weten: ik weet, hij weet, wij weten, ik wist, wij wisten
Beven: ik beef, hij beeft, wij beven, ik beefde, wij beefden
week 21: Tijd van toen, zonder klankverandering
regel: Zoek bij werkwoorden zonder klankverandering de ik-vorm in de tijd van nu. Zet daar de/den of te/ten achter. Let op bij werkwoorden op –den of –ten! Dan schrijf je dus dde/dden of tte/tten
- ’t fokschaap: hulpregel bij twijfel tussen te/ten of de/den
- Ik-vorm: de persoonsvorm die hoort bij ‘ik’ in de tijd van nu
- Bij werkwoorden op –den of –ten in de tijd van toen schrijf je dus dde/dden, tte/tten
Voorbeeld:
Bouwen: Serkan bouwde een nieuw konijnenhok
Kosten: Gelukkig kostte het hout niet te veel
Uitbreiden: Hij breidde het nieuwe hok een stukje uit
week 22: Tijd van toen, zonder klankverandering
regel: Let op bij werkwoorden op –den of –ten na een lange klank. Ga ook dan naar de ik-vorm in de tijd van nu. Zet daar de/den of te/ten achter.
Voorbeeld: praten: ik praat – wij praatten
De lange klanken schrijf je dus met twee letters!
- ’t fokschaap: hulpregel bij twijfel tussen te/ten of de/den
- Ik-vorm: de persoonsvorm die hoort bij ‘ik’ in de tijd van nu
- Bij werkwoorden op –den of –ten in de tijd van toen schrijf je dus dde/dden, tte/tten
Voorbeeld:
Knutselen: Berend knutselde een auto in elkaar
Raken: Hij zorgde ervoor dat de touwtjes niet door elkaar raakten
Besteden: Hij besteedde er veel aandacht aan.
week 23: Tijd van nu/ tijd van toen.
regel: Let op bij de tweelingvormen!Ze klinken hetzelfde in de tijd van nu en de tijd van toen, maar je schrijft ze verschillend.
Daarom moet je uit de zin afleiden om welke tijd het gaat. Gisteren feestten we, morgen feesten we.
- ’t fokschaap: hulpregel bij twijfel tussen te/ten of de/den
- Ik-vorm: de persoonsvorm die hoort bij ‘ik’ in de tijd van nu
- Tweelingvormen: klinken hetzelfde, maar je schrijft ze verschillend.
- Bij werkwoorden op –den of –ten in de tijd van toen schrijf je dus dde/dden, tte/tten
Voorbeeld:
Zich haasten: De directeur wilde niet laten merken dat hij boos was en haastte zich weg
week 29: Voltooid deelwoord (-n)
regel: Hoor je bij een voltooid deelwoorden geen /t/ achteraan? Dan moet er een n aan het eind staan.
- Voltooide tijd: de tijd die afgelopen is
- Voltooid deelwoord: de werkwoordsvorm in de voltooide tijd
- Een voltooid deelwoord eindigt op –n of een /t/-klank (-d of –t)
- Bij een voltooid deelwoord hoort een persoonsvorm van: hebben, zijn of worden
Voorbeeld:
Gaan: Opa en Oma zijn naar Texel gegaan
Schrijven: Ze hebben mij een kaart geschreven
week 30: Voltooid deelwoord –d/-t
regel: Hoor je bij een voltooid deelwoord een /t/ achteraan? Maak het langer om te weten of er d of t moet staan. Lukt dat niet? Haal dan ’t fokschaap van stal.
- Voltooid deelwoord: de werkwoordsvorm in de voltooide tijd
- Een voltooid deelwoord eindigt op –n of een /t/-klank (-d of –t)
- Bij een voltooid deelwoord hoort een persoonsvorm van: hebben, zijn of worden
- ’t fokschaap: hulpregel bij twijfel tussen te/ten of de/den
Voorbeeld:
Maken - De gemaakte afspraak. De afspraak is gemaakt.
Uitzoeken - Het uitgezochte boek. Het boek is uitgezocht.
Landen - Het gelande vliegtuig. Het vliegtuig is geland.
Beloven - Het beloofde cadeau. Het cadeau is beloofd.
Week 31: Voltooid deelwoord, tijd van nu
regel: Hoor je een /t/ aan het eind van een werkwoordsvorm? Bedenk dan of het een persoonsvorm in de tijd van nu is of een voltooid deelwoord
- Voltooid deelwoord: de werkwoordsvorm in de voltooide tijd
- Tweelingvormen klinken hetzelfde, maar je schrijft ze meestal verschillend.
- Bij een voltooid deelwoord hoort een persoonsvorm van: hebben, zijn of worden
- Maak het voltooid deelwoord langer als je niet weet of het eindigt of –d of –t
Voorbeeld:
Betalen: Ellen vertelt dat ze de fiets nog maar net had betaald.
Betalen: Ellen betaalt de fiets
Verbranden: Bij de vuilverbranding is het afval verbrand.
Verbranden: Sam verbrandt zijn hand
--------------------------------------------------------------------------------
spellinglinks
www.spellingjuf.nl (filmpjes met uitleg. Erg leuk)
